Abies alba
Oorsprong:
De Abies alba is afkomstig uit de gematigde streken van het noordelijk halfrond. (Alpen, Pyreneeën en Balkan) Wordt ook wel Europese conifeer genoemd.
Bijzonderheden:
De naalden hechten zich als met zuignapjes aan de stengel. Als je ze los trekt laten ze de stengel heel. Bij veel andere naaldbomen wordt een deel van de stengel meegetrokken. De rechtopstaande kegels vallen, als ze volwassen zijn, uit elkaar. Je ziet ze vaak op de grond liggen. Jonge stammen hebben vaak blaasjes (harsblaren). Later zie je groeven op de stam. Er zijn zilversparren die wel meer dan 50 meter hoog worden. Soms verschijnen er witte banden op de onderzijde van de naald. (huidmondjes) De schors is donkergrijs en glad.
Toepassingen:
Veel geplant voor houtproductie. Onder de naam ‘dennenhout’ (bijzonder voor een spar) gebruikt voor het maken van kisten, planken en voor het maken van papier. Ook wordt er olie en terpetijn uit gewonnen. (medicinaal gebruik/cosmetica/verf en vernis)
Voor de kinderen:
De huidmondjes aan de onderkant van de naalden (lichte streepjes) kun je met een vergrootglas bekijken. Teken ze maar eens na. Misschien kun je uitzoeken hoe die huidmondjes precies werken.